Horeca-ondernemers gaan klagende boeren achterna

Neemt de horecasector het klagen over van de agrarische sector? Getuige een recente publicatie in het Brabants Dagblad over de perikelen rond de kermis, lijkt het er wel op.  De horeca is ontstemd over het gunnen van een kermis-strand aan een ‘buitenstaander’. Waarom van ver halen als we hier creatieve horecabazen hebben? De klagende horeca verdedigt zich krachtig, om z’n positie op de markt te beschermen. Immers, kapers liggen op de kust. En het lijkt erop alsof deze kapers geen strobreed in de weg wordt gelegd door gemeentelijke instanties om zich hier te vestigen. Horeca doet zijn intrede op de kermis, in de Spoorzone en in de detailhandel. Sterker nog; de spelregels worden aangepast om nieuwkomers te verwelkomen.

Waarom klaagt de horecasector? Eten en drinken worden door stedenbouwkundigen gezien als middel om vergeten wijken te revitaliseren. Horeca zorgt voor reuring, gezelligheid en dat trekt andere ondernemers en bewoners aan. Goed voor de leefbaarheid in de stad, de grondwaarde en de WOZ-waarde van het onroerend goed. Om die reden worden er steeds meer vergunningen verstrekt om nieuwe bedrijven zich te laten vestigen. In sommige gevallen wordt er maatwerk geboden, om bedrijven over de (stads)drempel te trekken. Daar wringt de schoen voor de sector, die te maken heeft met enorme regeldruk. Voordat de deur van een café geopend wordt, heb je een tiental vergunningen nodig. Hiermee wordt de vakkennis, hygiëne, integriteit van de ondernemer en veiligheid gewaarborgd.

De horecasector kan zich vinden in de brei aan vergunningen, indien deze spelregels voor alle soorten horeca gelden. Voor nieuwkomers op de markt dreigt er in Nederland een ander, versoepeld beleid vastgesteld te worden. Om de noodlijdende detailhandel tegemoet te komen, worden de mogelijkheden om (alcoholische) drank te schenken en eten te bereiden in de winkel verruimd. Allerlei faciliteiten die je (verplicht) in een horecabedrijf vindt, zoals een gescheiden toiletgroep, zoek je tevergeefs in een winkel. Voor de detailhandel die de inkomsten door blurring (horeca in de winkel) wil verhogen, wordt een oogje dichtgeknepen. In de ogen van de horeca is dit een oneerlijke en voor de consument onveilige situatie. Want op hygiëne en voedselveiligheid wordt er bijvoorbeeld niet gecontroleerd.

Het is alsof je een voetbalwedstrijd speelt, waarbij het ene team volgens de traditionele regels speelt. Voor het andere team gelden andere voorwaarden. Zij mogen hands maken, spelen altijd met de wind mee en hebben drie keepers. Dan wordt scoren lastig! Horeca is uitgerekend de sector van creatieve concepten en verandering. Ondernemers weten vernieuwing te waarderen en juichen nieuwkomers die de stad aantrekkelijker maken toe. Goed voor iedereen. Maar horeca-ondernemers gedragen zich net zoals boeren als de oogst dreigt te mislukken door voorkeursbehandelingen en oneerlijke concurrentie. De horecasector boert best goed, maar zal altijd ‘maaien om te kunnen blijven zaaien’.

geenalcohol[1]

Plaats een reactie